Tijdens een operatie vervangt de specialist uw kniegewricht door een kunstknie. Artsen spreken over een knieprothese. De specialist haalt aangetaste gewrichtsvlakken weg en hij past de vorm van het bot aan, zodat de kunstknie er goed op past. Een metalen deel komt op de uiteinden van de twee botten: het bovenbeen en het onderbeen. Daartussen zit een plastic deel.

De gemiddelde leeftijd waarop in Nederland een knieprothese wordt geplaatst, is rond de 70 jaar. Maar ook een ouder iemand die een actief leven leidt en verder in goede gezondheid verkeert, komt in aanmerking voor een kunstknie. Als een patiënt jonger is dan 50 jaar, is de kans groot dat de knie op een later moment opnieuw moet worden vervangen.

Het doel van het implanteren van een knieprothese is:

'halve' knieprothese

In de meeste gevallen hoeft niet het hele kniegewricht te worden vervangen. Soms is als gevolg van O-benen alleen de binnenkant van de knie beschadigd en kan worden volstaan met een 'halve' knieprothese. Dat betekent dat alleen het kraakbeen aan de binnenkant van de knie wordt vervangen. Het kraakbeen aan de buitenkant van de knie blijft verder intact. Voordeel van deze ingreep is dat de patiënt sneller herstelt en zijn knie op een meer natuurlijke manier kan bewegen. Belangrijke voorwaarde is wel dat geen sprake is van ernstig overgewicht en dat de kruisbanden van de knie nog intact zijn.