zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Tuberculose

Inhoud

Tuberculose is een ernstige bacteriële infectieziekte veelal veroorzaakt door de Mycobacterium bacterie. Er zijn vele soorten mycobacteriën, die verschillende soorten dieren en/of de mens kunnen besmetten. De bacterie die de ziekte veelal veroorzaakt is Mycobacterium tuberculosis en deze is in 1882 ontdekt door Robert Koch. Wanneer de ziekte besmettelijk is, spreekt men van open tuberculose.

Besmettingswijze
Wanneer een patiënt hoest of niest kunnen tijdelijk tuberkelbacteriën in de lucht komen. Wanneer de bacteriën worden ingeademd en daarbij diep doordringen tot in de longen kan dit tot een infectie leiden.

Een andere manier waarop mensen kunnen worden geïnfecteerd is door consumptie van voedsel die de tuberculosebacterie bevat.

Ook kunnen mensen besmet raken door het drinken van melk van koeien die lijden aan rundertuberculose. Rundertuberculose wordt veroorzaakt door Mycobacterium bovis. In Nederland kwam deze wijze van besmetting vroeger veel voor, maar dit werd met succes bestreden door het invoeren van gepasteuriseerde melk en het tbc-vrijmaken van de veestapel.

Symptomen

Symptomen die bij tuberculose horen zijn:

  • Moeheid
  • Lusteloosheid
  • Vermagering
  • Lichte temperatuursverhoging
  • Nachtzweten

Dit zijn de vage verschijnselen die voornamelijk in de eerste 2 jaar na de besmetting voorkomen. Wanneer de zogenaamde tuberculosehaarden zich op specifieke locaties bevinden, zijn de verschijnselen afhankelijk van de locatie:

  • Longtuberculose: aanhoudende, slijmerige hoest en soms ophoesten van bloed
  • Intestinale tuberculose: darmkrampen en chronische diarree
  • Tuberculose in de wervels: rugpijn en/of een abces
  • Tuberculose in de nieren: bloed bij urine
  • Tuberculose in de lymfeklieren: klierzwelling in de hals, meestal niet gepaard met pijn

Behandeling

Medicatie
Tbc is goed te behandelen met een combinatie van antibiotica. De meest gebruikte antibiotica zijn Isoniazide (INH), Rifampicine, Pyrazinamide en Ethambutol. De behandeling duurt minimaal 6 maanden, vindt meestal thuis plaats met isolatiemaatregelen en kan bijwerkingen hebben. Opname in een ziekenhuis of sanatorium is voor de minderheid van de tbc-patiënten nodig. De laatste jaren is het aantal patiënten dat in een sanatorium terecht komt gestegen. De oorzaak hiervan is niet duidelijk.

Niet alle mensen die besmet worden met de tbc-bacterie krijgen ook de ziekte tuberculose. Ter voorkoming van actieve tbc kunnen de mensen die nog alleen besmet zijn preventief medicijnen gaan slikken. Meestal zijn dat INH-tabletten. Deze tabletten worden gedurende 6 maanden geslikt. Een andere mogelijkheid is een combinatie van INH en Rifampicine gedurende 3 maanden. Mensen die een slechte afweer hebben (bijvoorbeeld door aids, kanker, sommige medicijnen of na orgaantransplantaties) lopen meer risico op het ontwikkelen van tbc na besmetting dan gezonden. De test (mantouxtest) die wordt gebruikt om besmetting te aan te tonen is dan minder betrouwbaar. De preventieve behandeling bij deze groep duurt meestal langer, namelijk het slikken van INH-tabletten gedurende 9 maanden.

Als de meest toegepaste medicijnen onvoldoende resultaat geven, wordt tweedelijnsmedicatie toegepast. Hiervan zijn 6 hoofdgroepen: aminoglycosiden, polypeptiden (bijvoorbeeld Capreomycine), fluorquinolonen, thioamides, cycloserine en PAS.

DOTS Strategie
Wereldwijd wordt steeds vaker de DOTS strategie (Directly Observed Therapy Short course) toegepast als behandelmethode. Hierbij wordt onder meer de medicatie verstrekt onder toezicht. Andere elementen van DOTS zijn een overheid die actief blijft meewerken bij het tb-bestrijdingsprogramma, toegang tot goed microscopisch onderzoek van sputum (ZN-kleuring), aanwezigheid van kwalitatief goede geneesmiddelen en de registratie van gegevens tijdens de tb-behandeling.

Immune Reconstitution Inflammatory Syndrome
Bij TBC-patiënten met een slecht functionerend immuunsysteem zoals bij aids het geval is, is het mogelijk dat de patiënt tijdens de TBC behandeling meer klachten krijgt. Tevens kunnen afwijkingen bij het onderzoek toenemen. Dit kan het gevolg zijn van een beter functionerend immuunsysteem. Dit syndroom is bekend onder de afkorting IRIS: Immune Reconstitution Inflammatory Syndrome.

TBC in Nederland
De meeste Nederlandse artsen, inclusief medisch specialisten, zien vrijwel nooit tuberculosepatiënten en weten er daarom vaak niet veel van. Daarom moet de ziekte worden behandeld door een klein aantal artsen om de kennis en ervaring op peil te houden. Dit is in het ziekenhuis de longarts (ook voor tbc op andere plaatsen dan de longen) en buiten het ziekenhuis de tuberculose-arts van de GGD die zich relatief vaker met moeilijk bereikbare patiënten bezighoudt, zoals drugsverslaafden, alcoholisten, asielzoekers en illegalen met tuberculose.

Preventie

Bron- en contactonderzoek
Rondom iedere tbc-patiënt wordt indien nodig een bron en/of contactonderzoek gedaan en worden besmette mensen preventief behandeld. Hierbij wordt het ringprincipe aangehouden. De mensen met de intensiefste contacten (bijvoorbeeld gezinsleden, collega's op het werk) worden het eerst onderzocht. Als hier duidelijk meer besmettingen worden gevonden dan normaal wordt het onderzoek uitgebreid naar de minder intensieve contacten. Enzovoorts. Van de Nederlandse 50-jarigen is ongeveer 5% eens besmet geraakt met tbc-bacterie. Hoe ouder, hoe groter die kans. Hoe jonger hoe kleiner de kans op een eerdere besmetting. Bij verblijf in landen met veel tbc, zoals bij vele niet-Westerse immigranten het geval is, is de kans groter op een eerdere besmetting dan in Nederland. Deze mensen komen dan naar Nederland inclusief tbc-bacterie en hebben een (kleine) kans om hier actieve tuberculose te krijgen.

Vaccinatie
Vaccinatie met het BCG-vaccin kan beschermen tegen de ernstige gevolgen van een besmetting met de tbc-bacterie. De beschermende werking tegen onder andere tbc-meningitis en miliaire tb is alleen goed aangetoond bij kinderen. De BCG vaccinatie is nog niet opgenomen in het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma. Hij wordt alleen aangeboden aan personen die een verhoogd risico lopen op het krijgen van de ziekte, bijvoorbeeld aan personen en kinderen die vaak of lang naar een land gaan waar tbc veel voorkomt.

Een nadeel van vaccinatie is dat de mantouxtest minder specifiek wordt om tbc aan te tonen. Vroeger werd gedacht dat de mantouxtest niet meer bruikbaar zou zijn na BCG vaccinatie, dit is echter in de praktijk meestal niet het geval. Vaak wordt de mantouxtest negatief na verloop van tijd of reageert hij nog maar een klein beetje. De mantouxuitslag van kinderen die voor hun eerste verjaardag worden gevaccineerd, mag worden geïnterpreteerd alsof ze niet gevaccineerd zijn. In veel landen wordt bij de interpretatie van de mantouxtest geen rekening gehouden met een eventuele BCG vaccinatie. In Nederland wordt wel een verschil gemaakt in de beoordeling van de mantouxuitslag. Bij herhaalde mantouxtesten kan boosting optreden bij eerder BCG gevaccineerden of bij mensen die lang geleden een keer zijn besmet. Dit kan worden verward met een recente infectie met tuberculosebacteriën.