zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Dwangstoornis

Inhoud

Dwanghandelingen (compulsies) zijn activiteiten die mensen herhaaldelijk uitvoeren (rituelen) om de angst of schuldgevoelens te verminderen die veroorzaakt worden door hun dwanggedachten (obsessies).

Een dwangstoornis kan al op vroege leeftijd ontstaan. In het begin worden de klachten door de ouders vaak niet herkend. Geleidelijk aan kan het duidelijk worden, zoals op het moment dat ouders en familieleden worden betrokken in allerlei rituelen (bijvoorbeeld eisen dat kleren herhaaldelijk worden gewassen, herhaaldelijk vragen om geruststelling).

Als mensen in een levensfase komen waarin veel van ze gevraagd wordt zoals het beginnen met een studie, zelfstandig gaan wonen, voor het eerst een serieuze relatie aangaan, is de kans groter om een dwangstoornis te ontwikkelen. Deze grote veranderingen in iemands leven kunnen zorgen voor stress en angst. Het uitvoeren van dwanghandelingen kan de angst doen laten verminderen, of tijdelijk verdwijnen. Door de dwanghandelingen uit te voeren, denken ze dat de zaken waar ze bang voor zijn, niet zullen gebeuren.

Bij een dwangstoornis heb je veel last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Deze gedachten en handelingen kosten je veel tijd en je kunt niet normaal meer functioneren. Je hebt het gevoel dat de gedachten en handelingen niet bij je horen. Ook wil je ze niet hebben. Mensen met een dwangstoornis vinden de gedachten die ze hebben zelf ook zinloos.

Wat zijn dwanggedachten (obsessies)

Bij een dwangstoornis heb je veel last van dwanggedachten of dwanghandelingen. Deze gedachten en handelingen kosten je veel tijd en je kunt niet normaal meer functioneren. Je hebt het gevoel dat de gedachten en handelingen niet bij je horen. Ook wil je ze niet hebben.

Wat zijn dwanggedachten (obsessies)
Dwanggedachten zijn gedachten of (denk) beelden die steeds weer terugkomen. Ze zijn akelig en storend en je wordt er gespannen, bang en onrustig van. Je kunt ze proberen te negeren of tegen te houden. Maar vaak stoppen ze pas als je bepaalde handelingen uitvoert.

Wat zijn dwanghandelingen (compulsies)
Dwanghandelingen zijn handelingen of regels die je moet uitvoeren en steeds weer terugkomen. Zo probeert je de angst en de onrust te stoppen. Een voorbeeld: je moet de nummerborden van alle rode auto?s die je ziet hardop zeggen. Doe je dat niet, dan denk je bijvoorbeeld dat een familielid ernstig ziek wordt of een ongeluk krijgt.

Depressie en dwang
Een dwangstoornis gaat vaak samen met een depressie en lichamelijke klachten zoals moeheid, hoofdpijn en maagklachten.

Dwanghandelingen kun je ook onzichtbaar voor anderen houden door ze in jouw gedachten uit te voeren. Je moet bijvoorbeeld van jezelf een vraag eerst drie keer in gedachten herhalen. Daarna mag je pas antwoord geven.

Depressie en dwang
Een dwangstoornis gaat vaak samen met een depressie en lichamelijke klachten zoals moeheid, hoofdpijn en maagklachten.

Soorten dwang

Er bestaan verschillende soorten dwanggedachten en dwanghandelingen. Hieronder lees je de soorten die het meest voorkomen. Je kunt last hebben van meerdere soorten.

Was-, schoonmaak- of poetsdwang
Bij deze dwang ben je extreem bang voor vuil en besmetting. Je wilt zelfs de kleinste vuildeeltjes en bacteriën weg zien te krijgen. Je schrobt bijvoorbeeld urenlang jouw handen, je wilt kranen en wc's niet aanraken of je durft niemand een hand te geven. Anderen moeten na elk uitstapje opnieuw douchen en weer anderen stofzuigen elke dag urenlang.

Controledwang
Bij controledwang moet je steeds opnieuw controleren of het gas uit is, of de voordeur wel op slot is en of de auto wel in de garage staat. Vaak moet je dit een aantal keren herhalen door bijvoorbeeld de sleutel perse vijf keer in het slot om te draaien.

Dwanggedachten over geweld
Bij deze dwanggedachten zie je in jouw hoofd beelden dat je iemand aanvalt, in elkaar slaat of aanrijdt. Je vreest dat je deze beelden ook echt gaat uitvoeren. Voor jou is dat erg angstig. Hierdoor ga je vaak bepaalde situaties of voorwerpen vermijden. Je bergt bijvoorbeeld alle scharen en messen op en geeft de sleutel aan iemand anders. De angst wordt pas minder wanneer je bepaalde rituele handelingen hebt uitgevoerd.

Je kunt ook godslasterlijke gedachten hebben. Dit zijn beledigende dwanggedachten over God. Of je kunt seksueel getinte dwanggedachten hebben.

Dwangmatige perfectie of netheid
Hierbij moet je constant denken aan dingen die je niet netjes, perfect of goed genoeg hebt gedaan. Je bent steeds bezig dingen in huis of op je werk recht te zetten en op te ruimen. Het gevolg is dat je hierdoor enorm langzaam kunt worden. Zo ben je bijvoorbeeld uren bezig om je precies goed te scheren of steeds opnieuw bloemen in een vaas te schikken.

Oorzaak

Een dwangstoornis ontstaat meestal door een combinatie van lichamelijke oorzaken, wat je meemaakt in jouw leven en je persoonlijke eigenschappen. Een dwangstoornis ontstaat vaak al op jonge leeftijd, gemiddeld tussen 8 en 18 jaar en vaak voor het 25e jaar.

Lichamelijke oorzaken
Een belangrijke lichamelijke oorzaak is erfelijkheid. Komen dwangstoornissen bij jou in de familie voor? Dan heb je een grotere kans om een dwangstoornis te krijgen. Ook hebben sommige mensen meer aanleg voor dwangstoornissen. Dit komt doordat bepaalde processen in hun hersenen anders lopen dan bij andere mensen.

Wat je meemaakt in jouw leven
Goede of slechte ervaringen of gebeurtenissen die jouw leven opeens erg veranderen, kunnen ervoor zorgen dat je een dwangstoornis krijgt. Voorbeelden daarvan zijn het verlies van jouw partner, ontslag of een verhuizing.

Je persoonlijke eigenschappen
Bepaalde persoonlijke eigenschappen kunnen iemand extra vatbaar maken voor het krijgen van een dwangstoornis. Je bent bijvoorbeeld snel angstig of je hebt veel behoefte aan veiligheid en controle.

Een dwangstoornis ontstaat meestal zonder dat je het in de gaten hebt. Vaak ontstaat het nadat je ontdekt dat bepaalde gedachten of handelingen helpen tegen de angst en onrust bij vervelende of angstige situaties. Daarna gebruik je in vergelijkbare situaties dezelfde gedachten of handelingen. Steeds vaker, totdat je de oorspronkelijke vervelende of angstige situatie vergeten bent. Je moet de gedachte of handeling uitvoeren omdat er anders een ondraaglijke angst ontstaat. Dit doe je ook omdat is gebleken dat hetgeen waarvoor je bang was niet is gebeurd doordat je de dwanghandelingen hebt uitgevoerd. Dat hetgeen waar je bang voor was ook niet was gebeurd zonder dat je de dwanghandelingen had uitgevoerd, geloof je niet, of wil je vanwege de angst die je dan ervaart ook niet uitproberen.

Daarna gebeurt steeds weer hetzelfde. Je hebt steeds angstige gedachten, je denkt bijvoorbeeld dat het huis ontploft omdat de gaskraan open staat. Ook al heb je dat net nog gecontroleerd. Je hebt geen rust.

Misschien kun je even de angst negeren, maar na een tijdje worden de angst en onrust ondraaglijk. De enige oplossing voor jou is opnieuw controleren of de gaskraan dicht is. Dat lucht eventjes op. Maar na een tijd begint het hele proces weer opnieuw.

Uit onderzoek komt naar voren dat ongeveer twee à drie procent van de Nederlandse bevolking last heeft van dwangstoornissen. Dit zijn evenveel mannen als vrouwen. Was- en schoonmaakdrang komen bij vrouwen vaker voor dan bij mannen. Mannen hebben meer last van controledwang.

Behandeling

Bij een dwangstoornis is de combinatie van gedragstherapie en medicijnen de meest geschikte vorm van therapie.Tijdens de therapie krijg je juist die voorwerpen of situaties te zien (of je neemt ze in gedachten) waar je dwanggedachten van krijgt en die je zo bang maken. Dit heet exposure. Je leert in zulke situaties vol te houden en jouw dwanghandelingen tegen te houden. Meestal krijg je ook huiswerk mee. De therapie kan ook gaan over de angsten die tot de dwanggedachten- en handelingen leiden. Soms is de dwang zo ernstig, dat je moet worden opgenomen in een speciale kliniek.

Naast de therapie kun je nog extra oefeningen van jouw behandelaar krijgen. Bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen, assertiviteitstrainingen en technieken om te leren relativeren en gevoelens te uiten. Ook kan contact met lotgenoten je veel steun geven.

De therapie vraagt veel van je. Je hebt daarbij de steun nodig van jouw familie en vrienden. Maar de resultaten zijn vaak erg goed. Bij zeventig procent van de mensen worden de klachten zoveel minder dat ze er goed mee kunnen leven.
Een deel van de mensen reageert niet afdoende op deze reguliere behandelingen. Voor deze groep bestaat er sinds kort een nieuwe veelbelovende behandeling, te weten Magnetische Hersenstimulatie. Er zijn enkele wetenschappelijke onderzoeken die laten zien dat Magnetische hersenstimulatie (rTMS) gunstige effecten kan hebben bij de behandeling van OCS.

Medicijnen
Heb je een ernstige vorm van dwangstoornis? Dan krijg je meestal eerst medicijnen en later komt daar gedragstherapie bij. Je moet deze medicijnen soms jarenlang gebruiken.

De meest gebruikte medicijnen zijn antidepressiva. Vooral de nieuwe soorten antidepressiva lijken goed te helpen. Bij ongeveer zestig procent van de mensen met een dwangstoornis worden de dwangklachten minder.
Voor mensen die niet reageren opo medicatie, of die te veel last hebben van de bijwerkingen is Magnetische Hersenstimulatie ook een goed alternatief.

Bovenstaande tekst is goedgekeurd door: Bram Wernsen MSc, Psycholoog NIP