zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Ziekte Van Alzheimer

Inhoud

De ziekte van Alzheimer is een degeneratieve aandoening waarbij de cellen in bepaalde delen van de hersenen niet goed meer functioneren en geleidelijk afsterven. De aandoening is vernoemd naar Aloïs Alzheimer, een Duitse psychiater en neuropatholoog.
Patiënten die lijden aan de ziekte van Alzheimer krijgen te maken met een geleidelijke achteruitgang. In eerste instantie zijn er alleen denk- en geheugenstoornissen, maar na verloop van tijd worden de symptomen erger.

Een exacte diagnose is doorgaans pas mogelijk na overlijden, waarbij de plaques en tangles tijdens een autopsie pas waarneembaar zijn.

De ziekte wordt veelal vastgesteld bij personen die ouder zijn dan 65 jaar. Minder vaak komt er ook een tweede variant voor, die 'vroege alzheimer' of in het Engels,'early onset Alzheimer disease' wordt genoemd.

Sinds het begin van de vorige eeuw is er veel kennis vergaard over de plaques en tangles die zo kenmerkend zijn voor de ziekte van Alzheimer. Ook wordt er steeds meer inzicht verkregen in de genetische factoren van deze aandoening.

Symptomen

De ziekte van Alzheimer wordt door een neuroloog of (neuro)psycholoog vastgesteld door middel van geheugentests, een uitgebreide medische anamnese en gesprekken met de familie. De ziekte wordt gekenmerkt door een voortschrijdende achteruitgang van de cognitieve functies. Alzheimer begint vaak 'onschuldig' met de eerste symptomen: een lichte vorm van geheugenverlies en een afnemend reactievermogen door verminderde hersenactiviteit.

Als de ziekte voortduurt, ontstaan ook stoornissen in het langetermijngeheugen. Verder ontstaan vroeg in de ziekte taalstoornissen, zoals woordvindstoornissen, stoornissen in taalbegrip en afgenomen woordproductie. Deze problemen ontwikkelen zich tot afasie. Daarnaast ontstaan visueel-ruimtelijke stoornissen, waardoor patiënten bijvoorbeeld verdwalen in een bekende omgeving. In een later stadium ontstaat een apraxie, waardoor een patiënt allerlei vertrouwde handelingen niet meer kan verrichten, zoals aan- en uitkleden en zichzelf verzorgen. Geleidelijk ontstaat ook apathie: de patiënt trekt zich terug, wordt onverschilliger, verliest zijn interesse in de omgeving, zijn initiatief neemt af en hij besteedt minder aandacht aan zelfverzorging.

Bij een groot percentage patiënten komen stemmingsveranderingen voor, zoals depressie. Acute verslechteringen kunnen optreden bij infectie, medicijnvergiftiging, ziekenhuisopname en plotselinge grote veranderingen, zoals een verhuizing. Bekend is het delier (bewustzijnsdaling veroorzaakt door een organisch defect) bij infectie en ziekenhuisopnames. Het langzame progressieve beloop leidt tot achteruitgang van alle functies, uiteindelijk leidend tot een volledige afhankelijkheid van dagelijkse verzorging. De gemiddelde ziekteduur is acht jaar. De ontwikkeling van de ziekte kan versterkt worden door vereenzaming. De psychische functies worden dan minder gebruikt, waardoor de kwaliteit achteruit kan gaan.

Er zijn drie fases te herkennen in het ziekteverloop:

  • 1. Geheugenverlies (ook wel de preklinische fase genoemd).
    Kenmerkend in deze fase zijn: vergeetachtigheid, desoriëntatie, verandering van persoonlijkheid en vermindering van reactievermogen.
  • 2. Geestelijke invaliditeit.
    In deze fase wordt de patiënt duidelijk belemmert in zijn dagelijkse leven door geestelijke invaliditeit. Het kortetermijngeheugen functioneert niet meer goed en patiënten krijgen daarnaast verminderde controle over emoties. Het is de fase die voor familieleden en naasten erg confronterend kan zijn. De patiënt raakt steeds meer zijn zelfstandigheid kwijt.
  • 3. Volledige onafhankelijkheid.
    De laatste en tevens meest ernstige fase van de ziekte. De motorische vaardigheden verslechteren. De patiënt heeft vrijwel 24 uur per dag zorg nodig en kan eigenlijk niets meer zelfstandig. Doordat de hersenactiviteit is ontwricht is de patiënt vatbaar voor een beroerte, infectie of longontsteking. Ademhalingsproblemen nemen toe. De laatste fase eindigt onverbiddelijk in een comateuze toestand, waarop de dood volgt.

Oorzaken

Tot op heden is men er nog niet in geslaagd met zekerheid de oorzaken van Alzheimer te achterhalen. Wel zijn enkele risicofactoren bekend: leeftijd, familiale voorgeschiedenis van mongolisme, schedeltrauma?s en erfelijkheid.

Door onderzoekers zijn er inmiddels vier genen geïdentificeerd die met de ziekte in verband worden gebracht. Drie van deze genen (gelegen op chromosoom 1, 14 en 21) dragen ieder bij aan de vroege variant van de ziekte van Alzheimer. Het vierde gen (gelegen op chromosoom 19) verhoogt de kans op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer op latere leeftijd.

Duidelijk is dat niet alleen genetische aspecten een rol spelen maar dat ook omgevingsfactoren zoals bijvoorbeeld, het sociaal niveau, voedsel een veel grotere invloed hebben bij het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Alzheimer treft meer vrouwen dan mannen.

Het ontbreken van intellectuele prikkels zou ook van invloed kunnen zijn in het ontstaan van de ziekte.

Diagnose

Testen op alzheimer

Door het meten van de aanwezigheid van bepaalde proteïnen in het hersenvocht is men in staat de ziekte van Alzheimer met grote nauwkeurigheid te voorspellen. Het voorspellen van de mogelijkheid op alzheimer is belangrijk omdat patiënten, verzorgers en artsen zo in staat zijn om op tijd maatregelen te nemen om het ziekteproces af te remmen. Alzheimer kan niet genezen worden maar er bestaan behandelingen om de symptomen van de ziekte af te remmen.

Alzheimer testen kunnen bestaan uit:

  • Een complete medische check-up;
  • Bloedtesten om infecties of andere ziektes op te sporen;
  • Een EEG onderzoek;
  • Een CT-scan;
  • Een MRI.

Alzheimer en opleidingsniveau

Diverse studies tonen aan dat ouderen met een hoger opleidingsniveau minder kans hebben op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Mogelijk heeft dit te maken met een grotere 'cognitieve reserve' of een groter hersengewicht bij mensen met een hoger opleidingsniveau. Hierdoor zouden de negatieve gevolgen van hersenafwijkingen kunnen worden gecompenseerd of pas op zeer hoge leeftijd zichtbaar worden.

Voorkomen

Wereldwijd zijn er naar schatting 24 miljoen mensen met de ziekte van Alzheimer (gegevens 2005). In Nederland zijn er 250.000 patiënten. De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende variant van dementie. Twee derde van alle patiënten die dement zijn, lijdt aan alzheimer.

Behandeling

De ziekte van Alzheimer is onomkeerbaar. Op dit moment zijn de geneesmiddelen (nog) niet in staat de kwaal te genezen maar lukt het wel met de huidige medicijnen om de achteruitgang van de patiënt, vooral in de beginfase, af te remmen.

De geneesmiddelen zijn symptomatisch, wat wil zeggen dat zij de symptomen bestrijden en niet de oorzaken.