zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Tripletest

De triple-test (ook wel serum-screening genoemd) is een bloedonderzoek dat rond de vijftiende week van de zwangerschap kan worden uitgevoerd om te zien of er een verhoogde kans bestaat op een kindje met het Down-syndroom, een open schedel of een neuralebuisdefect (open rug).

De tripeltest is zo genoemd omdat er drie stoffen uit het bloedserum gebruikt worden. Andere tests zijn de quadrupeltest op basis van vier stoffen, die pas later in de zwangerschap uitgevoerd kan worden. De dubbeltest is gebaseerd op slechts twee stoffen die juist vroeg in de zwangerschap (vanaf 8 weken) voorkomen. De tripeltest was in België en Nederland het meest gebruikelijk, maar is de afgelopen jaren ingehaald door de eerstetrimestercombinatietest.

Voor vrouwen van 36 en ouder die de mogelijke complicatie (een miskraam) als gevolg van een vlokkentest of vruchtwaterpunctie niet willen nemen, is de triple-test een manier om te laten vaststellen of zij kans hebben op het krijgen van een kindje met Down-syndroom.

De tripeltest geeft geen zekerheid, het is een kansbepalende test. Als blijkt dat er sprake is van een verhoogde kans zal een vlokkentest of vruchtwaterpunctie uitsluitsel moeten bieden.

Een 'verhoogde kans' betekent dat er een kans is van 1 op 200 of hoger dat het kind downsyndroom heeft. Een verhoogde kans is niet hetzelfde als een hoge of grote kans. Geen verhoogde kans is overigens geen garantie op een gezond kind.

Hoe werkt de test

Bij de triple-test wordt in het bloed van de moeder de hoeveelheid van bepaalde merkstoffen gemeten. Het gaat daarbij om de volgende stoffen:

  • Alfa-foetoproteïne (AFP). Een hogere dan gemiddelde concentratie betekent een verhoogde kans op een neuralebuisdefect, een lagere dan gemiddelde concentratie betekent een verhoogde kans op het syndroom van Down
  • Bèta-humaan choriongonadotrofine (bèta-hCG). Een hogere concentratie betekent een verhoogde kans op het syndroom van Down
  • Oestriol. Een lagere concentratie duidt op een verhoogde kans op het syndroom van Down


De uitslag van het onderzoek is na een week bekend.

De triple-test is een vorm van kansberekening. Is de kans groter dan 1 op 250, dan zal de deskundige de zwangere vrouw vragen of ze een vlokkentest of vruchtwaterpunctie wil overwegen. Omdat de triple-test een vorm van kansberekening is, betekent het ook dat vrouwen zich ten onrechte zorgen kunnen worden. Van de 100 vrouwen met een kans van 1 op 100 op het Downsyndroom, zal er slechts één kindje ook daadwerkelijk met deze aandoening geboren worden. De triple-test kan ook ten onrechte geruststellen: ook als er volgens de triple-test geen afwijkingen lijken te zijn, kan de baby toch een chromosoomafwijking hebben.

De leeftijd van de zwangere speelt een belangrijke rol bij de vraag of de test goed voorspelt dat er kans op afwijkingen is. De test voorspelt dit bij jonge moeders vaker fout dan goed (onder de 25 jaar is de kans op een juiste voorspelling 35%) de kans op een correcte voorspelling ligt in de leeftijdscategorie tussen de 35 en 39 op 76%.