zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Toxoplasmose

Inhoud

Toxoplasma gondii is de naam van een parasiet die toxoplasmose kan veroorzaken toxoplasmose. Toxoplasma gondii komt van nature voor bij allerlei dieren. Alleen bij katten ontstaan eitjes (oöcysten), maar katten worden er niet ziek van. Ook andere dieren kunnen deze eitjes binnenkrijgen en hierdoor kan het vlees besmet raken. Vooral dieren die buiten komen, lopen kans op besmetting. Ook groente en fruit wat buiten groeit kan door de ontlasting van katten besmet raken.

Toxoplasma gondii kan bij zwangere vrouwen in de eerste maanden na de besmetting dodelijk zijn voor het ongeboren kind. De ziekte kan in een later stadium van de zwangerschap ernstige en blijvende schade aan de ogen en hersenen van de baby veroorzaken.

Na een primaire infectie ontstaat een levenslange immuniteit die gebaseerd is op pre-immuniteit, dat wil zeggen zolang er sprake is van een voortdurende latent aanwezige infectie. Bij immuno-incompetente personen kan een latent aanwezige infectie opleven en ernstige symptomen met zich meebrengen.

Mensen met een verminderde weerstand, waaronder kinderen, bejaarden, zieken en zwangere vrouwen lopen meer risico op toxoplasmose.

Voedingsadvies

Voedingsadvies zoals gegeven door het Voedingscentrum:

  • Verhit vlees door en door. Proef dus ook niet van rauw gehakt;
  • Was keukengerei en je handen na contact met rauw vlees goed af met heet water en zeep;
  • Was rauwe groente en fruit grondig onder stromend water. Vooral groente uit de volle grond verdient aandacht;
  • Was regelmatig je handen. Al helemaal na het aanraken van rauw vlees, na het schoonmaken van de kattenbak, na tuinieren en kinderen na het spelen in de zandbank;
  • Verschoon, als je een kat hebt, de kattenbak dagelijks. Gooi de kattenbakvulling niet in de groencontainer, maar voer het met het normale huisvuil af;
  • Dek zandbakken voor kinderen af met een deksel of een net, zodat katten er niet in kunnen komen;
  • Het invriezen van vlees bij -12 °C voor ten minste 2 dagen zal de parasiet Toxoplasma gondii doden. Goed ingevroren vlees of vleeswaren is veilig om te eten.


Voor zwangere vrouwen en mensen met een sterk verminderde weerstand zijn er extra adviezen:

  • Eet geen rauw vlees of rauwe vleeswaren zoals filet américain. Ook geen rauwe bewerkte vleeswaren zoals ossenworst, salami en rosbief;
  • Eet geen zachte rauwmelkse kazen, ook vanwege het risico op Listeria. Bij rauwmelkse kazen staat op het etiket bij de ingrediënten 'rauwe melk' of 'au lait cru';
  • Verschoon dagelijks de kattenbak tijdens de zwangerschap en doe dit bij voorkeur niet zelf of draag handschoenen;
  • Draag tijdens het tuinieren handschoenen.

Oorzaken

Toxoplasma verwijst naar de boogvorm van de parasiet (toxon = boog). Toxoplasmaparasieten komen met name voor in de uitwerpselen van een kat en in vlees van onder meer varkens, geiten en schapen. Men kan met deze parasiet in contact komen door:

  • de kattenbak te verschonen als daar jonge katten in hebben gepoept. Alle katten raken ermee besmet, maar ze scheiden alleen cysten uit gedurende een paar weken na de eerste besmetting; de cysten worden pas na 48 uur buiten het lichaam te hebben vertoefd infectieus. Normale hygiëne en geregeld verschonen zijn voldoende om besmetting te voorkomen.
  • tuinieren
  • rauw of onvoldoende verhit vlees (bijvoorbeeld van de barbecue) te eten
  • ongewassen groenten te eten (risico op besmetting met mest van besmette dieren)
  • zandbakken waar ook katten in komen

Symptomen

Niet iedereen wordt ziek na besmetting met Toxoplasma gondii. De een heeft nauwelijks klachten, terwijl de ander last krijgt van vage klachten als moeheid, lusteloosheid, opgezwollen klieren, lichte koorts en huiduitslag. Iemand met een verminderde weerstand kan ergere klachten krijgen, zoals een oogafwijking, aantasting van het zenuwstelsel, de hartspier of de hersenen.

De afgelopen jaren zijn aanwijzingen gevonden dat Toxoplasma-infectie geassocieerd is met een verandering in persoonlijkheidskenmerken en een verminderd psychomotorisch vermogen. Enige tientallen procenten van de bevolking hebben antistoffen tegen de parasiet en zijn er dus ooit mee besmet geweest. De meesten hebben daar nooit iets van gemerkt. De infectie blijft levenslang bestaan maar bij een normaal functionerend immuunsysteem wordt hij niet actief.