De naam nefrotisch syndroom wordt gebruikt voor een aandoening met een combinatie van verschijnselen, waarvan de oorzaak in de nieren ligt.
De kenmerken zijn:
Bij ongeveer één derde van de patiënten die lijdt aan het nefrotisch syndroom is een duidelijk herkenbaar ziektebeeld verantwoordelijk voor het eiwitverlies via de nieren: we spreken dan van een secundair nefrotisch syndroom. Bij de overige patiënten is er in eerste instantie geen duidelijke oorzaak aan te geven: het primair of idiopathisch nefrotisch syndroom, deze diagnose kan alleen gesteld worden na histologisch onderzoek van een nierbiopt. De belangrijkste oorzaken van een secundair type zijn maligniteiten (kanker), zoals lymfeklierkanker (ziekte van Hodgkin) en infecties, zoals hepatitis B.
Daarnaast zijn er een aantal primaire oorzaken van een nefrotisch syndroom, hierbij is het niet duidelijk wat de oorzaak is van het nierlijden. Voorbeelden zijn de 'minimal change' nefropathie (de belangrijkste oorzaak van het nefrotisch syndroom bij kinderen en jonge volwassenen) en membraneuze glomerulonefritis (waarbij meer dan 80% van de patiënten ouder dan 30 jaar is). Ook bestaat er een aangeboren vorm van het nefrotisch syndroom, het congenitaal nefrotisch syndroom; dat kan erfelijk zijn, maar dit hoeft niet.
Sommige vormen van nefrotisch syndroom gaan vanzelf over. Maar meestal is een behandeling nodig. Als de oorzaak van het nefrotisch syndroom een ziekte is, behandelt de arts deze ziekte. Het nefrotisch syndroom zelf wordt behandeld door de verschijnselen te bestrijden.
Welke behandelingen zijn mogelijk?
Zijn de nieren ernstig beschadigd dan kan dialyse of een niertransplantatie nodig zijn.
Niet iedereen krijgt al deze behandelingen. Iedereen met nefropathie moet wel een zoutarm dieet volgen.
Verder moet u of uw kind waarschijnlijk regelmatig naar het ziekenhuis om uw urine, bloed en bloeddruk te laten controleren.