zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Dyspraxie

Dyspraxie is een stoornis bij het correct verwerken van informatie. Dit leidt tot moeilijkheden bij de motoriek en motorische vaardigheden. Bijvoorbeeld bij het uitvoeren van een taak waarvoor oefening nodig is of bij acties die niet in de hersens zijn geprogrammeerd.

Zuigen en wandelen zijn voorbeelden van geprogrammeerde acties. Het schillen van een sinaasappel, het aantrekken van een jas en het papiertje van een snoepje halen zijn dat niet. Vaak gaat dyspraxie samen met problemen met de spraak, taal, waarnemen, denken en gevoelige tastzin.

Verondersteld wordt dat dyspraxie veroorzaakt wordt door onvolgroeidheid of vertraging in de ontwikkeling van neuronen en bij ongeveer 2% van de bevolking zichtbaar is. Sommigen schatten het aandeel op 10%.

Kenmerken van dyspraxie

  • Onhandigheid
  • Slechte houding
  • Onhandig/lomp lopen
  • Verwarring over welke hand moet worden gebruikt
  • Moeilijkheden met het gooien en vangen van een bal
  • Gevoelige tastzin
  • Sommige kleren oncomfortabel vinden
  • Last hebben van tics
  • Minder goed kortetermijngeheugen. Het vergeten van wat de vorige dag is geleerd
  • Pover bewustzijn van het eigen lichaam
  • Problemen met lezen en schrijven
  • een pen niet goed kunnen vasthouden, met slordig schrift als gevolg
  • Slecht richtinggevoel
  • Niet kunnen huppelen, hinkelen of fietsen
  • Langzaam leren zichzelf aan te kleden of zelf te eten
  • Simpele vragen niet kunnen beantwoorden, terwijl het antwoord wel bekend is
  • Spraakproblemen, laat leren praten of onsamenhangend praten
  • Fobieën of obsessief gedrag
  • Ongeduld
  • Aversie hebben tegen zaken zoals haar borstelen, tandenpoetsen, of haren en/of nagels knippen enz.
  • Niet tegen het dragen van pleisters kunnen
  • Moeilijkheden bij het uiten van emotie

Een lijder aan dyspraxie heeft meestal niet alle symptomen, maar een aantal. Sommige kunnen overwonnen, anderen worden minder met de tijd. Als ze ouder worden zijn ze verbaal meestal goed aangepast en kunnen goed met volwassenen converseren.

Ze kunnen door hun leeftijdsgenoten worden verstoten, omdat zijn niet goed in de groep passen. Ze zijn sterk in het ontwijken van taken die ze niet goed kunnen of die zelfs onmogelijk voor hen zijn.

De intelligentie is meestal bovengemiddeld. Het sociale gedrag is daarbij vaak onvolwassen. Ze proberen op school met veel moeite om het sociaal gewenste gedrag te vertonen, maar hebben driftbuien als ze thuis zijn. Ze kunnen het moeilijk vinden om logica en redeneringen te begrijpen.

Niet alle dyspraxielijders hebben al deze problemen, maar er is een gemeenschappelijke link. Veel ouders van een 'normaal' kind zullen zeggen dat hun kinderen enkele van deze symptomen heeft. Maar als je kind dyspraxie heeft, met of zonder de diagnose, dan weet je het verschil tussen een normaal kind met deze symptomen of een kind met dyspraxie.

Er is geen genezing mogelijk van dyspraxie, maar een vroegtijdige behandeling maakt de kans op verbeteringen groter.

Helaas worden veel van de vaardigheden die we vanzelfsprekend vinden nooit een automatisme als je last hebt van dyspraxie. Deze vaardigheden moeten worden aangeleerd.